Foutje bedankt

Foutje bedankt

Foutje


bedankt



Israël en het Midden-Oosten, Sansscripto is iemand die de actualiteit volgt. Hij maakt een internetsite waarin hij enkele zaken over het Midden-Oosten conflict opnoemt. Dat levert discussies op waarin hij overeind blijft. Hij heeft er ook een droom over. Het boek gaat tevens over de Krim, dat dan weer eens in handen is van Rusland en dan weer van Oekraïne, die vinden dat er regelmatig een 'oorlog' tussen beide nodig is voor het behoud van de Krim voor de Russen. Hierbij wordt telkens veel bloed vergoten en veel schade aangericht.


Boek Foutje bedankt, Karel Puts, literatuur, fictie;



Foutje bedankt




De munitiewagen reed over het oneffen terrein op weg naar de houwitzers die een eindje verder weg waren opgesteld en gericht waren op de vijand die zich schuilhield achter een verlaten schuur aan de rand van het bos waar een weg doorheen liep die van groot strategisch belang was. Het vuur werd geopend op de posities van de vijand die zware verliezen leed. De strijd duurde lang. Het aantal slachtoffers werd elke dag meer. Velen vonden er de dood, velen werden gewond, sommigen moesten ledematen missen, veel pijn werd er geleden. Bij een doorbraak door de vijandige linie was er altijd paniek. Degenen die daar geen last van hadden bleven doorschieten en werden al snel levensgevaarlijk gewond, vonden de dood. Overal op het strijdtoneel lagen spullen van de soldaten die waren achtergebleven in de strijd. En niemand wist precies wat er zich in het bos bevond. De order was de weg te veroveren, dat hield ook in een deel van het omliggende bos. Vreemde verhalen werden verteld over dat bos. Er zouden vreemde wezens in rondlopen die je uiteindelijk zouden doden. Op een dag kreeg een patrouille de opdracht het bos in te gaan om het te verkennen en in het bijzonder de omgeving van de weg door het bos. Bij de patrouille hadden

 

zich twee burgers aangesloten die in het gebied woonden en al eerder in het bos waren geweest. Dat was voordat het een strijdtoneel was geworden. Zij raakten al snel bevriend met de leden van de patrouille die maar vragen bleven stellen om zich goed voor te bereiden op hun opdracht. Dat ging zo door tot in de avond en nadat het duister was geworden gingen ze op pad. Eerst liepen ze enkele kilometers van de weg door het bos vandaan. Onderweg kwamen ze een grote groep soldaten tegen die kanonnen naar het front brachten. In de nacht bereikten ze de plek waar ze het bos in gingen. De gidsen gingen voorop en de rest liep erachter aan. Ze konden, in tegenstelling tot werd verwacht, in het begin gemakkelijk door het bos lopen. Dieper het bos in kwamen ze onbegaanbare plekken tegen waar ze omheen moesten. Dat kostte veel tijd. Tegen de ochtend vonden ze een geschikte plek om uit te rusten en wat te slapen. Nadat ze wat hadden gegeten ging er iemand op wacht staan en de rest rustte uit. Sommigen gingen liggen en probeerden wat te slapen. Door de bladeren van de bomen scheen het zonlicht op een groep mensen die moe waren en zo goed mogelijk hun opdracht probeerden uit te voeren. Tegen de middag werd iedereen die sliep wakker. De een at wat brood, de ander controleerde zijn wapens. Een van de gidsen was alvast vooruitgegaan om de route te bepalen die ze zouden volgen. Hij had een eind verderop een pad gevonden dat hij wilde gebruiken om dichter bij de weg door het bos te komen. Teruglopend zag hij kogels tussen de struiken en naar beneden gevallen bladeren liggen. Hij raapte ze op en bekeek de omgeving, waar de kogels lagen, wat beter en zag dat hij op 

 

een plek stond waar gevochten was. Hij liep verder door de struiken en achter de bomen die voor hem stonden zag hij aan de gebroken takken en beschadigde bomen dat hier een gevecht van man tegen man had plaatsgevonden. Een geschut stond met een gebroken rad in een vreemde hoek naar de grond gericht. De gids ging terug en gaf een teken naar de anderen dat ze zijn kant op moesten komen. Samen bekeken ze het tafereel dat voor hun lag. Een bebloed jasje van een uniform lag op de grond, iemand raapte het op en doorzocht het op waardevolle aanwijzingen.

Na er een poosje te hebben rondgekeken ging de groep verder op pad. Ze liepen het pad dat de gids had gevonden af en liepen verder. Het bos werd echter steeds ontoegankelijker, totdat het vrijwel helemaal ontoegankelijk was geworden. Ze moesten stil blijven staan en hun situatie overzien. Een van de mannen klom in een boom om te kijken waar ze in terecht waren gekomen. Een tweede klom in een andere boom. Ze bekeken de omgeving en zagen dat ze voor een warboel van omgevallen bomen en door de wind aangewaaide struiken en plantenresten stonden. Daarachter werd het bos meer toegankelijker en op het moment dat ze weer naar beneden wilden klimmen zagen ze vijandelijke soldaten. De vijandelijke soldaten liepen langs een stroompje dat verder ging tot halverwege de plek waar de groep onderaan de bomen stond te wachten. Daarna liep het stroompje wat naar rechts en verdween uit het zicht. De mannen die naar beneden waren geklommen vertelden het aan de rest. Ze besloten te blijven waar ze waren en uit het zicht van de vijand te blijven. Enkele

 

uren verstreken en de groep wachtte af.

Ze vertelden elkaar verhalen over wat de vijand met je deed als je gevangen werd genomen. De vijand was er berucht om met hun krijgsgevangen wreed om te gaan. Vijf mannen waren bezig een weg te vinden langs en misschien ook door een warboel van omgevallen bommen en struiken. Drie mannen hadden een manier gevonden om deels over de ravage heen naar een wat meer toegankelijker gedeelte van het bos te geraken. Ze verzamelden zich op dat gedeelte en zochten verder naar een manier om bij het pad achter de ravage te komen. Uiteindelijk lukte dat en stonden ze bij elkaar de omgeving te bekijken en om tekenen van vijandelijke soldaten te ontdekken. Onderweg hadden ze nog een bebloed uniformjasje opgeraapt en andere tekenen van mêlee gevonden. Ze gingen nog een eind verder op zoek naar een plek in het bos waar ze hun bivak konden opslaan. Ze bleven wat langer op die plek, daar ze wisten dat de vijand in de buurt was en daar ze meenden dat de vijand zich dan verder van hun vandaan zou begeven. Iedereen was opgelucht dat ze door dat moeilijke gedeelte van het bos heen waren gekomen. Ze sterkten zich door wat te eten en te drinken. Sommigen bekeken hun kleding die hier en daar opengescheurd was geworden. Het sein werd gegeven om weer verder te gaan. Nadat iedereen gereed was om te vertrekken liepen ze naar het stroompje dat ze na verkenning overstaken. Aan de andere kant liepen ze over de weg waar de vijandelijke soldaten hadden gelopen, maar zij liepen in de tegenovergestelde richting. Dat duurde niet zo lang want al snel sloegen ze een

 

andere weg in om een mogelijke confrontatie met de vijand op die weg te voorkomen. Ze bleven achter elkaar lopen, totdat een van de gidsen die vooruit was gegaan in versnelde pas terugkwam bij de groep en vertelde dat hij die zo strategisch belangrijke weg door het bos had gezien. Iedereen bleef stilstaan en dacht erover na wat ze zouden gaan doen. Voorzichtig gingen ze verder en naderden de weg die verlaten was. In de omgeving waren geen vijandelijke soldaten te zien. Degene die het bevel had over de groep zei dat ze de weg een tijdlang zouden observeren. Dat betekende dat ze bleven waar ze waren en ze groeven zich in. Tegen de avond had iedereen zijn positie ingenomen en wachtten af op datgene wat zou gaan gebeuren. Dat was heel weinig. Op de weg waren geen activiteiten te bespeuren, zelfs geen weggegooide voorwerpen waren er te zien. Voor hun lag een verlaten weg en het was niet te zeggen wanneer er gebruik van was geworden, totdat er op een dag een grote groep vijandelijke soldaten met materieel voorbij kwam. Alles werd nauwlettend gadegeslagen en er werden aantekeningen van gemaakt. Nadat ze een tijdlang hadden gewacht gingen ze de vijand achterna. Na een dag konden ze niet meer dicht genoeg bij ze blijven. Ze moesten een andere richting inslaan. Hierdoor zagen ze de weg niet meer en moesten ze verder door het bos zonder te weten waar die weg lag. Ze liepen de verkeerde kant op en kwamen weer voor moeilijk begaanbaar terrein te staan. Nadat ze zich daar doorheen hadden geslagen liep de weg wat naar beneden en maakte een bocht naar links waar ze tot verbazing van allemaal een hut in een open plek van het bos zagen.

 

Verschrikt zochten ze dekking. Dat hadden ze niet verwacht Ze bleven waar ze waren en nadat ze hadden gezien dat er geen activiteiten in en rondom de hut waren, ging iemand er langzaam naar toe. Eerst verstopte hij zich nog achter een boom, daarna liep hij als een niets vermoedend wandelaar naar de hut toe. Hij keek door een raam en klopte ertegen. Een reactie bleef uit. Hij bleef even staan en keek in het rond, daarna ging hij naar de deur en opende die. De hut was verlaten en na een kleine inspectie gaf hij een teken aan de anderen die voorzichtig naar de hut kwamen. Ze probeerden erachter te komen van wie de hut was. Zo te zien was het door verschillende strijdende partijen gebruikt. Ze besloten er de nacht in door te brengen. Nadat de wacht was ingedeeld zaten ze aan tafel. De gidsen zaten naast elkaar en praatten met elkaar. De volgende morgen was het stil rondom de hut. Het zonlicht scheen door de bladeren van de bomen op de open plek in het bos. De wacht had de hele nacht niets opvallends gezien, ze waren alleen in een verlaten deel van het bos. Uit de deur van de hut kwam iemand die stil bleef staan en zich uitrekte, daarna ging hij op zoek naar stromend water dat misschien in de buurt te vinden was. De andere leden van de groep kwamen ook naar buiten, aten en dronken wat van hetgeen ze bij zich hadden. De gidsen gingen op verkenning en kwamen enkele uren later weer terug. De rest had het zich gemakkelijk gemaakt. Er werd overlegd wat ze zouden gaan doen. Iemand zei dat hij nog wel een nachtje in de hut zou willen slapen. Dat idee stond de meesten wel aan en er werd mee ingestemd. Ze zouden nog een keer in de hut

overnachten. Iemand liep de hut in om zich een gemakkelijk plekje te maken voor de nacht. Anderen gingen hout halen voor een kampvuur, iemand had wat wild gevangen dat boven het vuur werd bereid. Nadat het wild lang genoeg boven het vuur was gehouden werd het verdeeld. Iedereen kreeg wat te eten. Ze vertelden grappen, ze lachten, een stel soldaten ging kaarten. Tevens werden er in de avond weer gruwelverhalen en spookverhalen aan elkaar verteld. Ze kregen slaap en maakten zich gereed om te gaan slapen. De wacht was ingedeeld en liep rond terwijl de rest aan het slapen was. De volgende dag was het bewolkt en de zon scheen maar af en toe door de wolken. Het was weer een rustige nacht geweest waarin niets opvallends was voorgevallen. Ze stonden op en gingen zich wassen en scheren. Enkelen namen nog een hap uit de laatste stukken wild die nog van de vorige dag over waren. Ze stonden bij elkaar en hadden een idee waar de strategisch belangrijke weg liep. De gidsen hadden ook belangrijke aanwijzingen gevonden die in de richting van die weg wezen. Verspreid liep de groep verder die daarna weer samenkwam en na even met elkaar te hebben overlegd, begaven ze zich gezamenlijk op weg. Ze liepen uren door, soms op weggetjes, soms door moeilijker terrein. In de avond bleven ze doorlopen met af en toe een onderbreking. Het leek erop dat ze dichter bij de vijandelijke soldaten kwamen. Dat was op te maken uit de spullen die ze vonden. In de nacht gingen ze op een geschikt terrein bivakkeren. Ze maakten geen vuur, omdat ze meenden dat ze te dicht bij de vijand waren. Vroeg in de ochtend gingen ze verder en kwamen bij de weg uit waar ze naar op zoek
 

waren. Hij was verlaten. Niemand die er gebruik van maakte. Ze bleven bij de weg en wachtten af. In de middag zagen ze wat activiteit aan de overkant. Vijf mannen liepen door het bos en zochten een manier om langs een omgevallen boom te lopen, daarna verdwenen ze uit het zicht. De groep bleef waar ze was tot het avond werd en gingen in het donker verder. Met messen sloegen ze zich een weg door het dichte struikgewas, misschien wat te luid, daarna gingen ze verder op een wat beter begaanbaar weggetje. Het was een warme dag en ze kwamen maar langzaam vooruit. Kwamen ze bij stromend water dan hielden ze even halt en verfristen zich. Ze werden onvoorzichtiger en begonnen meer en harder te praten. Wat ze niet wisten was dat de vijand naar hun op zoek was. Ze hadden resten van een vuur gevonden en afval dat weggegooid was. De vijand was op die warme dag flink op ze ingelopen en wist waar ze waren. Een hinderlaag werd voorbereid. Door hun betere bekendheid van het terrein zochten ze een plek uit die voor hun gunstig was.

Niet wetende dat de vijand zich niet ver van hun bevond en in hinderlaag lag, liepen ze wat meer open terrein op met minder bomen. Verderop zagen ze een aantal heuveltjes waarachter de vijand zat en het vuur opende. Meteen vielen er enkele dodelijk gewond op de grond en de rest zocht snel dekking. Een vuurgevecht vond plaats, waarbij ook bij de vijand slachtoffers vielen. Ze trokken zich terug en renden weg daar de vijand de overmacht kreeg doordat zij met meer man waren. Ze renden tussen de bomen om uit handen te blijven van de vijand. Een hergroepering vond plaats nadat ze ervan

overtuigd waren dat ze niet gevolgd werden. Vijf man waren er nog over en bleven waar ze waren tot de volgende dag de zon opkwam. Ze overlegden wat ze zouden gaan doen en gingen weer op zoek naar die belangrijke weg door het bos. Ze waren voorzichtiger geworden en hielden hun ogen en oren goed open. Nog een dag ging voorbij voordat ze bij toeval weer bij die strategisch belangrijke weg uitkwamen. Deze keer konden ze er van bovenaf op kijken. De weg was weer verlaten. Wel lagen er een aantal spullen die waren weggegooid en langs de kant van de weg waren komen te liggen. Ze volgden de weg in de richting van hun vertrekpunt. Na een poos bleven ze staan en bekeken hun omgeving beter. Ze waren voorzichtiger geworden nadat ze enkele mannen hadden verloren in een vuurgevecht. Ze gingen weer verder, maar niet veel later bereidden ze zich voor op de nacht. Ze kozen voor een plek die ze ook dekking bood als de vijand ze zou vinden en ze beschoten zouden worden. Dat gebeurde die nacht niet en tegen de morgen waren ze allemaal opgestaan en zaten bij elkaar. Ze aten wat brood en gedroogd vlees en bespraken hoe ze de dag verder zouden indelen. Ze wilden bedachtzaam verder gaan en er meer op letten niet de aandacht van de vijand te trekken en beter uitkijken waar de vijand zich zou kunnen bevinden als ze door het bos liepen. Tot het avond werd zouden ze de weg blijven volgen, daarna enkele uren rusten en slapen en in het donker weer verder gaan. Iedereen stond op en maakte zich gereed te vertrekken. In het begin hadden ze veel hinder van omgevallen bomen. Daarna kwamen ze op gelijke hoogte met de weg en trokken meer het 

bos in om niet ontdekt te worden. Het viel op dat er meer afval langs en op de weg lag. Het was niet veel meer, maar een verschil was er en dat viel op. Het zou kunnen dat ze dichter bij het legerkamp van de vijand kwamen. Dat hield ook in dat er meer vijandelijke soldaten in de buurt waren, waar ze alert op zouden moeten zijn. Niet veel met elkaar pratend en om zich heen kijkend liepen ze langs de weg. Ze hielden even stil om wat te eten en te drinken, daarna liepen ze weer verder. Tegen de avond zochten ze een geschikte plaats om wat te slapen. Tijdens het zoeken vonden ze een geweer waarvan de kolf was afgebroken. Niet veel later meende iemand een vuur in de verte te zien branden. Niemand anders had het gezien en degene die het had gezegd kreeg verwijtende blikken te verduren. Ze begonnen met elkaar te praten en vroegen zich af wat er nou zo bijzonder was aan die weg dat zo geheimzinnig was. De meeste tijd lag hij er verlaten bij. Het was gewoon een weg door het bos. Ze werden weer tegen de ochtend wakker en iedereen maakte zich gereed om verder te gaan. Langzaam vertrokken ze om erachter te komen wat er zich langs die weg bevond. Iemand was vooruitgegaan en de anderen volgden. Tijdens hun tocht viel het op dat de hoeveelheid afval op en langs de weg steeds meer werd. Ze wezen elkaar erop en zeiden tegen elkaar dat ze goed moesten uitkijken. Ze zochten naar hoger terrein om een beter overzicht te hebben. Ze gingen daarvoor dieper het bos in om een weg die naar boven liep te vinden. Het was stiller in het bos dan kon worden verwacht. Na nog wat te hebben gelopen stonden ze stil. Ze roken dat er ergens iemand vuur had gemaakt. Ze keken om  



Share by: