Lightnis

Lightnis

Lightnis



De vrede in het Midden-Oosten laat te lang op zich wachten, terwijl er genoeg gelegenheden zijn geweest er wat van te maken. Zo langzamerhand raakt de tijd op. De vijanden van Israël zullen in bezit komen van atoombommen en de rest van de wereld zal zich niet in een atoomoorlog laten meeslepen.


Boek Lightnis, Karel Puts, literatuur, fictie;



Lightnis

 



Boven Venlo vloog een vliegtuig dat bezig was aan de landing. Het kwam vanuit het zuiden aangevlogen en uit de raampjes was de brug over de rivier de Maas goed zichtbaar. Op het vliegveld was alles in gereedheid gebracht voor de landing. Het vliegtuig vloog laag over de bomen en even daarna landde het. Het stond stil bij de vliegtuighangars waar een Messerschmidt bf 109 voor stond. De lading van het vliegtuig werd eruit gehaald en deels in een ander vliegtuig geladen.

Aan boord was ook Gunther Larsen, hij was op weg naar Berlijn en had belangrijke informatie bij zich over een superbom. Bij de Engelsen en Amerikanen werd gespioneerd, niet alleen voor de Russen, maar ook voor de Duitsers. Natuurlijk wisten de Duitsers van de atoombom. Overal hadden ze spionnen die verslag uitbrachten van de ontwikkeling van de atoombom. Daar werd ook wat mee gedaan. In een verlaten streek in Duitsland


vond in het diepste geheim onderzoek plaats dat moest uitmonden in een atoombom. Het was zo geheim dat de geallieerden er niets vanaf wisten en ze waren al vergevorderd. 

Larsen zat in een hangar en dronk aan zijn koffie. Hij was in gesprek met enkele soldaten die wilden weten waar er werd gevochten. Het duurde nog wat voordat hij werd opgehaald en met een vliegtuig naar Berlijn werd gebracht. Daar werd hij opgewacht en mee genomen naar ‘de brievenbus’ waar hij zijn vergaarde informatie overhandigde. 

 

 

De geallieerden zaten niet stil en kwamen dichterbij Venlo. Op een dag waren ze in de nabijheid van het vliegveld. De bunker bij het vliegveld in Venlo moest worden veroverd en daarna het vliegveld zelf.

Onder aan de heuvel stonden ze. Engelse militairen die hun wapens controleerden en overlegden met hun sergeant. Ze hadden de opdracht de bunker te veroveren. Ze keken op een kaart die de sergeant in de hand hield en waren druk in overleg hoe ze zouden aanvallen. Een man van het verzet zag ze door de struiken druk gebaren en praten. Hij


was beter bekend met het terrein en dacht dat hij nuttige informatie voor ze had. Daardoor kwam hij uit het struikgewas naar ze toegelopen. De soldaten schrokken een beetje en grepen naar hun wapens. De man deed zijn handen omhoog en bleef naar ze toe lopen. In het Engels zei hij tegen hun.

‘Ik heb gehoord dat de Engelsen onderweg waren. Als jullie de bunker willen aanvallen dan zouden jullie hier langs kunnen komen en daarom heb ik op jullie staan wachten, want daarboven’ en hij wees naar de weg die de heuvel opliep, ‘Bij die bocht daar, kunnen ze je al zien aankomen vanuit de bunker’.

‘Dat kan niet’, zei de sergeant en hij wees op zijn kaart die hij in de hand hield. ‘Kijk eens hoe ver je nog van de top van de heuvel af bent’ .

‘Ja dat weet ik’, zei de man. ‘Maar ze kunnen

je van daar al zien aankomen en zullen het vuur op je openen. Dan is het nog een heel eind tot aan de bunker en dat haal je dan niet’.

‘Weet je dat heel zeker?’.

‘Dat weet ik heel zeker’, zei de man.

‘Oké bedankt’, zei de sergeant en vroeg hem een eindje bij de soldaten vandaan te gaan

staan, terwijl hij met zijn mannen begon te overleggen.

 

 ‘Wat denken jullie daarvan?’, vroeg hij.

‘Lopen we in een hinderlaag als we naar hem luisteren?’.

De sergeant keek op zijn horloge, de anderen zeiden niets.

’Nou dit is wat we gaan doen’, zei de sergeant en hij wees een soldaat aan die de heuvel door het bos moest gaan verkennen. Ze zouden niet over de weg de heuvel opgaan, maar door het bos.

‘Kan ik verder nog wat helpen?’, vroeg de man die een eindje bij de soldaten vandaan stond. ‘Kan ik met jullie mee?’, vroeg hij.

‘Nee nee, dat gaat niet, wij zijn een team en weten wat we aan elkaar hebben. Een vreemde daarbij zou niet  goed zijn. Je kunt hier blijven wachten op mogelijk meer van onze soldaten die deze kant op komen’.

Daarna ging hij met zijn mannen de verkenner achterna. Ze liepen voorzichtig door het bos tot ongeveer bovenaan de heuvel en keken naar de bunker die was bemand met Duitse soldaten. Op de eerste verdieping stonden er twee die de weg bewaakten die langs de bunker liep. Aan de andere kant op de eerste verdieping stond er ook een. Op de tweede verdieping,



dat tevens het dak van de bunker was, bevond zich nog een Duitse soldaat. Eerder had de sergeant een andere verkenner op weg gestuurd die van een andere kant de heuvel was opgelopen. Hij had een weg overgestoken en was door het hoge koren tot aan de achterkant van de bunker gekropen. Daar zag hij de Duitse soldaat die op de eerste verdieping de achterkant van de bunker bewaakte. Met zijn geweer richtte hij op hem en op het afgesproken tijdstip schoot hij de Duitse soldaat neer. De overige soldaten in de bunker gingen in de richting kijken vanwaar het schot was gelost en op dat ogenblik werd ook aan de voorkant de aanval geopend. Twee Engelse soldaten renden naar de bunker toe en gooiden handgranaten naar de eerste verdieping die daar de Duitse soldaten uitschakelden. Vanaf de rand van het bos hielden de overige Engelse soldaten de bunker scherp in het oog en op het ogenblik dat de soldaat op het dak over de rand keek werd ook hij dodelijk getroffen door een kogel. Nadat ze hadden doorgegeven dat de bunker was veroverd, stuurde een tankcommandant een wagen naar de bunker om zich ervan te laten vergewissen dat de bunker daadwerkelijk van de Engelsen was. De wagen maakte zich los




van de wachtende Amerikaanse tanks en andere voertuigen en reed naar de bunker. Daar aangekomen sprak een officier met de mannen die de bunker hadden verovert en nadat hij er zeker van was dat hij niet meer in handen was van de Duitsers, gaf hij het door aan de tankcommandant die daarna de aanval op het vliegveld inzette.

Vanaf de linkerkant van de bunker vielen tanks aan en konden bijna ongehinderd het begin van de landingsbaan oprijden. Daar draaiden ze in de richting van de hangars, rukten op en schoten op de vliegtuigen en de daarbij liggende bouwsels. Geen enkel Duits vliegtuig kon nog opstijgen en de Engelsen en Amerikanen vanuit de lucht aanvallen. Later dan de bedoeling was kwamen van de andere kant nog meer tanks en de overwinning werd zeker gesteld. 

 

 

‘Jullie zijn krijgsgevangenen’, zei een Amerikaanse soldaat tegen de gevangen genomen Duitsers, ‘Jullie worden naar een krijgsgevangenkamp gebracht. Wie door blijft vechten wordt gedood. Ben verstandig en hou op met vechten. Het zal even duren voordat jullie je hierbij neerleggen, daarom


 

ga allemaal zitten en wacht af’. Nog ongelovig over wat er was gebeurd en elkaar aankijkend gingen ze zitten en werden door de Amerikanen bewaakt. Nadat het vliegveld was veroverd en de gevangen weg waren, gingen de Amerikaanse soldaten in de bossen een tentenkamp maken. Ze namen de gelegenheid te baat om uit te rusten en wachtten op verdere bevelen.

Die lieten nog even op zich wachten. De leefomstandigheden in het tentenkamp waren, door het ontbreken van een heleboel zaken nogal karig. De soldaten gingen het tentenkamp schertsend ‘Venlo Hilton’ noemen. Een van de soldaten, Logan Stutings, had wat gevonden. Het was een loodzware rechthoekige doos en hij stopte hem bij zijn andere spullen daar het tentenkamp werd afgebroken en ze verder Duitsland introkken. 

Duitsland werd verslagen en in het diepste geheim was in Duitsland een atoombom gemaakt door wetenschappers, technici, etc.  Ze waren er zeker van dat hun atoombom zou ontploffen. Duitsland had de bom. Op het laatst van de oorlog had


 


Duitsland de atoombom, maar het was te laat om het in de strijd te gebruiken. Het was geheim en bijna niemand wist er vanaf. Duitse generaals wisten al langer dat ze de oorlog zouden verliezen. Toch bleef Duitsland door vechten. Waarom? Omdat ze aan een atoombom werkten. Ze wilden beter zijn dan de geallieerden en een atoombom maken zonder radioactieve fall-out. Hierdoor liepen ze vertraging op, waardoor ze de atoombom niet meer voor het einde van de oorlog konden inzetten. Een bericht over de bom was naar Hitler gestuurd, maar het kwam nooit aan. Eind april 1945 was ‘de brievenbus' verdwenen. In de omgeving daarvan werd het levenloze lichaam van de Führer verbrand.



Nadat Duitsland tot overgave was gedwongen bleef de Duitse geheime dienst actief. Duitsland zou toch verder bestaan en een geheime dienst hebben, daarom zijn ze na de oorlog gewoon doorgegaan. Daar waren wat veranderingen, de vlaggetjes werden veranderd, de swastika’s werden ingeruild voor de Duitse vlag. De joden mochten blijven leven. Iedereen van de Duitse geheime dienst werd gescreend.




Sommigen vertellen dat het niet zo streng en uitgebreid was als tegenwoordig routinematig met iedereen gebeurd. Zo waren er nog enkele wijzigingen, maar voor de rest bleef alles hetzelfde. De 'kort door de bocht' redenaties bleven en ook de 'losse eindjes', etc. 

Twee Duitsers, Solca en Knoblens, die voor de Duitse geheime dienst werkten hadden de veranderingen meegemaakt en hadden zich perfect aangepast. Ze brachten de Hitlergroet niet meer, droegen geen hakenkruis meer, etc. Ze konden de veranderingen met gemak aan. Oké ze moesten de joden met rust laten en ze moesten het ook erg vinden wat er met de joden was gebeurd. Maar voor de rest geen probleem. Hun houding als geheim agent bleef nogal dezelfde. Solca had op een dag een tip ontvangen waar een oorlogsmisdadiger woonde en liep over straat naar zijn woning toe. Hij werd geassisteerd door enkele politieagenten. Ze kwamen in de straat waar de man woonde en zagen iemand aan de rand van de weg staan. Ze vroegen aan hem waar de gezochte man woonde en hij wees naar de flat achter hem. Aan een raam op de vijfde etage stond iemand te kijken en Solca vroeg wat zijn

Share by: